Hardleers of eigenwijs? Burgemeester negeert raad, dader en ombudsman bij toegangsverbod

Pieter Vonck moet buiten blijven. Burgemeester Wienen van Haarlem heeft hem een pandverbod opgelegd. Tijdens vergaderingen van de gemeenteraad zijn gemeentegebouwen verboden terrein voor Vonck. Hoe het pandverbod tot stand kwam, werpt vragen op en is niet in lijn met de aanbevelingen van de Nationale Ombudsman.

Aanleiding tot het pandverbod was Vonck’s aanwezigheid bij een zogeheten raadscommissievergadering. Dat is een bijeenkomst van raadsleden waar zij over onderwerpen praten voordat ze in de gemeenteraad aan bod komen.

Bij zo’n vergadering had Vonck gebruik gemaakt van de mogelijk om de commissie toe te spreken. Dat doet hij vaker. Deze keer ging over de optie om de nieuwe woningen op Tjaden-terrein in Haarlem-Zuid, te ontsluiten met een brug.

Toen verantwoordelijk wethouder Merijn Snoek (CDA) in de vergadering zei dat een brug niet haalbaar was, riep Vonck vanuit de zaal: “Onzin!”

Raadslid Jeroen Boer (VVD) was voorzitter van de vergadering en riep Vonck tot de orde. Volgens het reglement van orde (van de gemeenteraad) mogen toehoorders tijdens de vergadering niet reageren op wat gezegd wordt. Wienen lichtte deze regel toe in het Haarlems Dagblad: “Zij (raadsleden, red) mogen niet het gevoel hebben dat zij gevaar lopen als zij hun mening uiten.”

Nadat de onderwerp was besproken, verliet Vonck de zaal. Bij het weggaan heeft hij opnieuw iets geroepen. Voorzitter Boer keurde Vonck’s gedrag af en heeft hem verzocht de zaal te verlaten.

Naar nu blijkt, kreeg het akkevietje een staartje in het raadspresidium. Het presidium is een andere sub-commissie van de gemeenteraad en “Het presidium kwam tot de conclusie dat de maatregel gewenst is”, zegt Wienen in het Haarlems Dagblad van 14 juli over het pandverbod.

Het presidium bestaat uit de burgemeester, zijn plaatsvervanger en raadsleden die de commissievergaderingen voorzitten (zoals Jeroen Boer). Op verzoek van de gemeenteraad kunnen nog één of twee andere raadsleden toegevoegd worden. Omdat het geen officieel bestuursorgaan is, heeft het presidium geen juridische betekenis.

Het presidium heeft als taak de raadsvergadering voor te bereiden. Het opleggen van ordemaatregelen hoort daar niet bij.

Vonck maakte zijn opmerking tijdens een commissievergadering van de gemeenteraad. Dat zoiets dan in het presidium wordt nabesproken, lijkt niet meer dan normaal. Dat er later een maatregel uit voortvloeit, is wel opmerkelijk.

Als het presidium vindt dat er maatregelen genomen moeten worden tegen Vonck, gaat Wienen aan de slag. Hij stelt een pandverbod in. Wat opvalt is dat hij dat niet doet als voorzitter van de gemeenteraad, maar als lid van het college van burgemeester en wethouders (b&w).

“Het college kan er voor kiezen om iemand de toegang tot de gemeentelijke panden te ontzeggen voor een periode die in een gegeven geval noodzakelijk is. De periode kan in beginsel variëren van één dag tot een jaar, afhankelijk van de reden voor de ontzegging van de toegang. Deze periode staat los van enige regeling in de Gemeentewet”, legt gemeentewoordvoerder Wilma Groen uit. 

Of de gemeenteraad hem de toegang ontzegt of het college, dat doet er niet zo toe, vindt Vonck. Het steekt hem vooral dat niemand van tevoren met hem heeft gesproken. Het pandverbod is eerst ingesteld en pas daarna kreeg hij een uitnodiging om bij de Haarlemse burgemeester te komen. “Het recht op wederhoor is mij ontnomen”, concludeert Vonck. 

In de Gemeentewet staat beschreven hoe de lokale democratie is georganiseerd. Ook biedt het de mogelijkheid mensen toegang ontzeggen tot vergaderingen.

Omdat Wienen aan Vonck schrijft dat hij alleen tijdens vergadering van de gemeenteraad de gebouwen niet meer in mag, lijkt de maatregel ontleend aan de Gemeentewet.

Artikel 26.2 van die wet zegt: “Hij (de voorzitter, red) is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.”

Deze ordemaatregel uit de Gemeentewet is iets anders dan een pandverbod. Een pandverbod is geen bestuursrechtelijke maatregel, maar een civiel rechtelijke maatregel waartegen je geen bezwaar kunt maken. Wie zich er niet aanhoudt, krijgt te maken met het strafrecht.

… De gebouwen zijn eigendom van de gemeente. Het staat de gemeente vrij om personen de toegang tot die eigendom te ontzeggen, in gevallen van (verbale) agressie en geweld”, aldus woordvoerder Groen. 

Haarlem heeft vaker een pandverbod ingesteld. In 2010 en 2015 deed de gemeente het voor mensen die het aan de stok kregen met de sociale dienst.

De Nationale Ombudsman bekeek beide zaken en tikte de gemeente op de vingers. Hij concludeerde dat er niet of nauwelijks een afweging was gemaakt tussen de belangen van de burger en die van de gemeente. Ook merkte hij op dat de incidenten die eraan vooraf gingen, niet waren bijgehouden.

Dat een belangenafweging zwaar weegt, blijkt uit rapport 2010/059 van de ombudsman: “Volgens de gemeente heeft verzoeker een papierprop naar iemands hoofd gegooid en geschopt tegen schotten van een bureau. Strikt genomen valt dit gedrag aan te merken als zaakgericht c.q. mensgericht fysiek geweld. Het gedrag is naar het oordeel van de Nationale ombudsman echter niet dermate ernstig dat het een pandverbod van een jaar rechtvaardigt.”

In zijn rapport erkent de ombudsman dat het niet mogelijk is bezwaar te maken tegen een pandverbod. Juist om die reden vindt de ombudsman dat er eerst met de betrokken persoon moet worden gesproken voordat er een pandverbod wordt opgelegd. Het is een aanbeveling die de ombudsman in 2015 deed bij de gemeente.

In de kwestie uit 2010 wees de Nationale Ombudsman de gemeente bovendien op het fair play-beginsel. Het fair play-beginsel gaat er vanuit dat de overheid eerlijk is over de juridische mogelijkheden.

De ombudsman: “Bij herhaling schreef de gemeente dat een beslissing om een pandverbod op te leggen geen besluit in de zin van de Awb was en als zodanig dus ook niet vatbaar was voor bezwaar en beroep. Dit is op zich juist. Echter, niet werd aangegeven welke mogelijkheid dan wel openstond. Hierdoor kan bij de burger én bij de gemeente ten onrechte de indruk ontstaan dat er geen (klacht)mogelijkheid is om een pandverbod aan te vechten.”

In de brief die Vonck van de burgemeester ontving, wordt ook niet gewezen op zijn juridische mogelijkheden. Voor de zekerheid heeft Vonck toch maar wel bezwaar gemaakt bij de gemeenteraad. En wonderwel is zijn brief toch ‘aangemerkt als bezwaarschrift tegen een besluit van een bestuursorgaan van de gemeente Haarlem.’

Omdat ‘niet alle burgers hun frustraties over beleid even goed kunnen verwerken’, stuurde het toenmalige raadspresidium in 2013 het ‘Protocol Agressie en Geweld Publieke ambtsdragers’ naar raadsleden. Het protocol moest raadsleden en bestuurders een houvast geven wanneer ze te maken kregen met agressie of geweld.

In het protocol staat dat agressie en geweld verschillende vormen kunnen aannemen “Het kan variëren van uitschelden, persoonlijke bedreiging of van familie, verbaal en/of fysiek – tot langdurig stalken.”

Als mogelijke oplossingen tegen agressie en geweld noemt het protocol: een gesprek met de dader, waarschuwingsbrief en pandverbod.

Volgens het protocol zijn vernieling of agressief gedrag reden voor een pandverbod. Maar daar heeft Vonck zich nooit schuldig aan gemaakt. Hij was wel eerder op het matje geroepen.

In 2017 had Vonck een gesprek met Wienen. Dat was op de werkkamer van de burgemeester. Het ging erom dat Vonck iets had geroepen tijdens de gemeenteraadsvergadering. De burgemeester keurde het af. Maar het heeft nooit geleid tot een officiële schriftelijke waarschuwing, aldus Vonck.

Naast de vraag of Vonck überhaupt bedreigende en agressieve taal heeft gesproken, is er meer aan de hand rondom het pandverbod. Want waarom bemoeit het college van burgemeester en wethouders zich eigenlijk met deze kwestie?

In 2002 werd het zogenoemde dualisme in de gemeentepolitiek ingevoerd. Dat was om meer afstand te krijgen tussen gemeenteraad en wethouders. Voor 2002 was een wethouder nog lid van de gemeenteraad. 

Een wetwijziging moest ervoor zorgen dat raadsleden de wethouders meer gingen controleren. Het bestuur en de controle erop werden van elkaar gescheiden. Het moest de positie van de gemeenteraad versterken. 

Nu het pandverbod is ingesteld door burgemeester en wethouders, zijn ze op de stoel van de gemeenteraad gaan zitten. En dat is juist niet het doel van ‘dualisme’. In plaats van de gemeenteraadsleden, beoordelen burgemeester en wethouders nu wat wel en niet mag bij commissievergaderingen.

Vergelijk het met een verjaardagsfeestje waar niet de gastheer, maar enkele hooggeplaatste gasten bepalen wie er mogen binnenkomen.

Als wethouder is Jur Botter (D66) mede-verantwoordelijk voor het besluit. In zijn portefeuille heeft hij onderwerp ‘Nieuwe Democratie’. Op zoek naar mogelijkheden om inwoners meer bij het lokale bestuur te betrekken, sprak hij vorig jaar met verschillende betrokken burgers. Waaronder Vonck. 

Het buitensluiten van een burger bij vergaderingen van de gemeenteraad, staat haaks op het doel van Botter.

“Nieuwe Democratie is een containerbegrip voor alle zaken die in Haarlem ervoor moet zorgen at we staten gaan zetten in meer burgerparticipatie en burger betrokkenheid. Het is de bedoeling om via experimenten te kijken of we oude en vastgeroeste systemen kunnen voltrekken”, schrijft Botter.

“Het feit dat iemand z’n gelijk wil halen, gaat schreeuwen en de toegang wordt ontzegd tot gebouwen hoort wat mij betreft niet tot het programma Nieuwe Democratie. Maar vraagt wel om een reactie en het trekken van een lijn. En die is door het College getrokken.”

Iemand beperkingen op leggen om deel te nemen aan de lokale democratie, is een behoorlijke ingreep. Daarom is het saillant dat het college van b&w met hun pandverbod de gemeenteraad buiten spel heeft gezet.

Toepassing van artikel 26 van de Gemeentewet zou logischer zijn geweest, dan een pandverbod. Artikel 26.1 van de Gemeentewet zegt: “De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering en is bevoegd, wanneer die orde op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.”

Het ontzeggen van toegang tot vergaderingen had Wienen dus moeten overlaten aan voorzitter Jeroen Boer of de gemeenteraad als geheel.

Of het dan sowieso tot een ontzegging van toegang zou zijn gekomen, is nog maar de vraag. Volgens de eigen regels kan de gemeente een pandverbod instellen bij vernielingen en agressief gedrag. En het lijkt onwaarschijnlijk dat het roepen van ‘Onzin’ als de wethouder spreekt, daar onder valt.

///

Jeroen Boer heeft niet gereageerd op het verzoek vragen te beantwoorden. 

De gemeente wil niet ingaan op de strafmaat en waarom er geen wederhoor is toegepast, want: ‘De gemeente gaat nooit in op inhoudelijke kwesties die een burger betreffen.’