PwC-rapport leidt tot list en bedrog op het stadhuis

Het is gelukt! Dat wat een klokkenluider eerder beweerde, is bewezen. Burgemeester Wienen en een aantal trouwe ambtenaren blijken jarenlang te hebben gelogen. Bij talloze juridische procedures beweerden zij dat er naast het PwC-rapport geen andere documenten bestonden. Inmiddels blijkt dat onzin.

[antwoorden b&w op vragen van politieke partij]

Het begon 7 jaar geleden. Op de afdeling Informatie Technologie (IT) van de gemeente Haarlem liep het niet lekker. Ze stonden voor een ambitieuze opdracht. Bestuurders wilden de gemeente snel en vergaand digitaliseren.

Bij een onderzoek naar de uitgaven van deze IT-afdeling kwamen onregelmatigheden naar voren. Medewerkers bleken aankopen te doen waarvoor zij niet gemachtigd waren. Ook was men bang voor belangenverstrengeling op de werkvloer.

[fragment vooronderzoek]

De conclusies van het eerste onderzoek waren niet mals. Rechercheurs van PwC werden vervolgens uitgenodigd om bepaalde zaken nader uit te zoeken. De resultaten daarvan kwamen terecht in het zogenoemde PwC-rapport.

Sinds oktober 2014 zijn er talloze juridische procedures gevolgd. Hoewel de rechtbank verschillende keren aanstuurde op openbaarmaking, bleef het college van burgemeester en wethouders zich daartegen verzetten.

Zo kreeg ook het NRC Handelsblad het nakijken. Het dagblad deed landelijk onderzoek naar integriteitsschendingen. Zij dienden daarom een Wob-verzoek in bij de gemeente, maar vingen bot. Er zouden geen documenten beschikbaar zijn binnen de gemeente. Haarlem was wel bereid via via informatie te verzamelen en te verstrekken. Opvallend was dat gemeente bij dit informatieverzoek het PwC-rapport buiten beschouwing liet.

[fragment productie NRC zonder PwC-rapport]

In 2019 lichtte het Haarlems Dagblad een tipje van de sluier. Zij schreven onder andere over een valse handtekening, schaduwboekhouding en een partij iPads die -tegen de protocollen in- via het bedrijf van een gemeentemedewerker waren geleverd.

[Fragment vooronderzoek dat mede leidde tot PwC-onderzoek]

Pas toen rechters ook de gemeenteraad deze zomer op de vingers tikten, ging het roer om. Raadsleden keerden zich tegen het advies van burgemeester Wienen. Ze lieten de namen van de betrokken personen weglakken en hieven de geheimhouding van het document op.

[fragment van document dat het college van b&w achterhield]

Maar met de openbaarmaking was de strijd nog niet gestreden. Vanaf het begin is namelijk ook gevraagd om documenten die met het PwC-rapport te maken hadden. Bijvoorbeeld e-mails over het rapport. Het college van burgemeester en wethouders heeft altijd ontkend dat die documenten bestonden. Bij de bezwaarschriftencommissie, tegenover rechters en bij de gemeenteraad ontkenden zij keer op keer het bestaan van meer stukken.

[fragment verweerschrift b&w in Wob-procedure]
[conclusie adviescommissie voor bezwaarschriften]

Dat er toch nog stukken boven water zijn gekomen, is te danken aan een oud-medewerker van de IT-afdeling. Omdat de gemeente haar Wob-verzoek bleef frustreren, zocht zij haar heil ergens anders. Zij had destijds zelf meegewerkt aan het onderzoek van PwC. Zodoende had PwC persoonsgegevens van haar verzameld. 

Bij PwC diende zij een verzoek in om haar persoonsgegevens in te zien. Het resultaat was een lijst van documenten waarin haar naam voorkwam. Een aantal van die documenten bewees dat er wel degelijk contact was geweest tussen PwC en de gemeente.

Toen dit bewijs werd ingebracht bij een rechtszaak over het PwC-rapport, moest stadsadvocaat Pels Rijcken toegeven dat er toch meer documenten bestonden dan al die jaren werd beweerd. 

[overweging rechtbank over bestaan extra stukken]

Uit de inmiddels vrijgegeven documenten blijkt onomstotelijk dat er een concept-versie bestond van het PwC-rapport. Ook werd duidelijk dat dit concept binnen de gemeente besproken is. Het zijn zaken die eerder door burgemeester Wienen, de toenmalige gemeentesecretaris en de gemeentelijke controller, opdrachtgever van het PwC-rapport, zijn ontkend.

[fragment waaruit blijkt dat er wel een concept rapport was]

De vraag die centraal staat is waarom het rapport in de doofpot moest. Duizenden euro’s belastinggeld en talloze uren inzet van ambtenaren ging verloren. Kosten noch moeite werden gespaard om het rapport achter te houden.

[fragment waaruit blijkt dat het concept-rapport wel van tevoren is besproken]

Het PwC-rapport toont dat er veel is fout gegaan bij het ambitieuze plan om de gemeente te digitaliseren. De hoogste ambtenaren die hiervoor verantwoordelijk zijn, hadden belang het rapport buiten de schijnwerpers te houden. De toestemming die zij gaven om iPads te regelen (voor hun onderdirecteuren) via het bedrijf van een gemeentemedewerker, is hierbij exemplarisch. Het verklaart waarom het belastende rapport niet met de gemeenteraad is gedeeld.

[fragment uit PwC-rapport]

Opvallend is dat een aantal hoofdpersonen uit het PwC-rapport de gemeente inmiddels heeft verlaten. Oud-gemeentesecretaris en voorzitter van de stuurgroep digitalisering, Jan Scholten, vertrok eind 2019.

Zijn rechterhand bij het ambitieuze digitaliseringsproces, deed dat enkele maanden eerder. Opmerkelijk -en vooralsnog niets meer dan dat- is dat hij in dienst trad van de gemeente Katwijk en van naam veranderde.

Het afdelingshoofd dat eerder weigerde belastende facturen openbaar te maken, vertrok onlangs naar diezelfde kustgemeente.

Gedurende de Wob-procedures verdween opeens het LinkedIn-account van de ambtenaar die de iPads via zijn eigen bedrijf leverde. Volgens het PwC-rapport zou deze medewerker toestemming hebben gehad van de toenmalige gemeentesecretaris. Naar verluidt werkt hij nog steeds voor de gemeente en heeft het gemeentebestuur hem nooit ter verantwoording geroepen. Zelfs niet nadat er tegen zijn handelen een integriteitsmelding was ingediend.

[fragment uit LinkedIn-profiel van gemeentemedewerker]

En dat brengt ons bij de rol van Jos Wienen. Toen het PwC-rapport in 2014 verscheen, was hij nog burgemeester in Katwijk. Pas in 2017 kreeg hij ermee te maken. Toch heeft hij zich altijd met hand en tand verzet tegen openbaarmaking.

Wienen valt niets aan te rekenen rondom de inhoud van het rapport. Maar wat hem wel medeplichtig maakt, is dat hij er alles aan heeft gedaan om het rapport achter te houden. 

Hij verklaarde het rapport geheim zonder de noodzakelijke toestemming van de gemeenteraad.  Deze constructie werd -nota bene- voorbereid door de juridisch controller van de gemeente Haarlem.

Overigens is de rol van de afdeling concerncontrol sowieso omstreden. Deze afdeling controleert of de gemeente zich wel aan de regels houdt. Tegelijkertijd beweerde de baas van die afdeling -namens het college van b&w- dat er niet meer documenten van PwC-waren. Terwijl hij, als opdrachtgever van het PwC-onderzoek, beter wist.

Of Wienen werd misleid door ambtenaren, of dat hij zelf een scheve schaats reed, zal nader onderzocht moeten worden. Hij is hoe dan ook mede-verantwoordelijk. Op vragen van de politieke partij Trots Haarlem antwoordde hij dat er geen concept-versies van het rapport bestonden. Ook beweerde hij dat er geen correspondentie en gesprekken waren geweest over de inhoud van het rapport. 

Het bleken leugens. En zijn handtekening staat eronder. 

Wat de zaak extra kwalijk maakt, is dat Wienen als burgemeester verantwoordelijk is voor de integriteit van de gemeente. Juist hij had moeten optreden toen de feiten hem bekend werden. Ook de twee gesprekken die hij met de klokkenluidster had, leidde niet tot inkeer. In plaats daarvan hield hij zijn hand boven het hoofd van zijn medewerkers.

[e-mail aan klokkenluidster na opleveren PwC-rapport]

Het is nu aan de gemeenteraad een eindoordeel te vellen over de kwestie. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2022, kunnen de inwoners van Haarlem laten weten wat zij ervan vinden. Tot die tijd zal hoeenwaarom.nl de zaak blijven volgen.

Verantwoording: Bij dit blog is een foto van het college van burgemeester en wethouders (b&w) geplaatst. Dat is gedaan omdat vrijwel alle besluiten rondom het achterhouden van het PwC-rapport door of namens b&w zijn genomen. Ook worden sommige functionarissen bij naam genoemd. Hierbij wordt de argumentatie van verschillende rechtbanken gevolgd. Rechters hebben eerder bepaald dat hoge ambtenaren verminderd beroep kunnen doen op ‘bescherming van de persoonlijke levenssfeer’. Door hun functie en verantwoordelijkheid wordt van hen meer transparantie verwacht dan van lager geplaatste ambtenaren. De namen van de lager geplaatste ambtenaren zijn echter wel bekend.