Raad wordt wakker door Wienen’s weerbarstige nevenfunctiebeleid

Nevenfuncties. Burgemeester Jos Wienen moet van de gemeenteraad in elk geval één daarvan beëindigen. Dat bleek tijdens het spoeddebat afgelopen donderdag. Zijn taken als stadspromotor én die van toezichthouder bij Haarlem Marketing bijten elkaar. Vooral omdat het marketingbureau van de gemeente jaarlijks zo’n  6,5 ton subsidie ontvangt.

De politieke partijen waren niet mals voor Wienen. Coalitie en oppositie vroegen hem het hemd van het lijf. Ze wilde weten hoe lang hij al op de hoogte was van  wanbeleid bij Haarlem Marketing en waarom hij daar de raad niet actief over heeft geïnformeerd.

Het was de tweede keer in korte tijd dat Wienen onder vuur lag. Eerder moest Wienen door het stof omdat hij een belastend rapport over IT-uitgaven, het zogeheten PwC-rapport, geheim wilde houden. 

Volgens het Haarlems Dagblad heeft Wienen geprobeerd het debat over zijn nevenfunctie uit te stellen. Er lag een voorstel om buiten de openbaarheid van de raadszaal een toelichting te geven.

Opmerkelijk was Wienen’s toelichting. Hij erkende de gevoeligheid van zijn dubbelfunctie. Wienen memoreerde dat hij eerder bij het Leger des Heils lid van de raad van toezicht was. Die functie legde hij bewust neer op het moment dat hij burgemeester van Haarlem werd. Dat was omdat ’het leger’ een subsidiepartner van de stad is, aldus Wienen.

Des te opmerkelijker was het dat Wienen zich daarna wel liet verleiden toezichthouder te worden bij Haarlem Marketing. Hij besprak de gevoeligheid van zijn dubbelfunctie met de wethouders en die maakten er geen probleem van. Ook speelde mee dat de oud-burgmeesters Jaap Pop en Bernt Schneiders dezelfde nevenfunctie al eerder hadden bekleed.  

Dat Wienen niet consequent is bij de beoordeling van nevenfuncties, blijkt ook uit de situatie rondom oud-wethouder Cora Yfke Sikkema. Sikkema speelde in haar vrije tijd toneel bij een gezelschap dat subsidie ontving. Deze subsidie werd uit naam het het college van b&w toegewezen. Hierdoor ontstond de situatie dat Sikkema zich in de rol van wethouder als toneelspeler subsidieerde.

Wienen oordeelde destijds dat er niets aan hand was. Ambtenaren hadden de subsidie-aanvraag beoordeeld en niet het college. Sikkema had haar nevenactiviteit niet opgegeven bij een integriteitscheck, waardoor ook het subsidiebureau niet op de hoogte was van de situatie. Bij het integriteitsonderzoek dat een jaar later werd uitgevoerd, gaf Sikkema haar toneelactivteiten wel op. 

Wienen’s nevenactiviteit als toezichthouder bij Haarlem Marketing staat sindskort pas op de website van de gemeente. Het heeft er alle schijn van dat Wienen zijn rol als toezichthouder bewust buiten beeld wilde houden. Eind januari 2019 zijn de nevenactiviteiten van burgemeester en wethouders namelijk nog eens tegen het licht gehouden. 

Bestuursadviseur Eduard Terpstra kwam toen met de volgende toelichting: “De nevenfuncties van de leden van het college van B&W worden periodiek op actualiteit geverifieerd. Naar aanleiding van uw verzoek om informatie van 13 januari jl. hebben wij die verificatie tussentijds herhaald. Hieruit vloeiden enkele beperkte wijzigingen voort in de overzichten van burgemeester Wienen en wethouder Meijs. De overzichten zoals die nu op de websites staan zijn up-to-date.”

Op de nevenfunctielijst die toen is gepubliceerde stond niet dat Wienen toezichthouder was bij Haarlem Marketing. Voormalig burgemeester Bernt Schneiders had zijn toezichthoudende functie bij (de voorloper van) Haarlem Marketing overigens wel gemeld.

Volgens de Gemeentewet moeten raadsleden openbaar maken ‘welke andere functies dan het lidmaatschap van de raad zij vervullen’. Dat wordt bijgehouden in een openbaar register. De ambtelijk ondersteuning van de raadsleden, de griffie, laat weten dat de ‘nevenfuncties’ van raadsleden op de website vermeld staan. “De raadsleden dienen dit zelf toe te voegen aan hun profiel”, aldus de griffie.

Op basis van gegevens op de website blijkt dat niet alle raadsleden op de hoogte zijn van de wettelijke regels. Een aantal raadsleden geeft hun dagelijks werk ook op als nevenfunctie. En zo hoort het volgens artikel 12 van de Gemeentewet.

Opvallend was een wob-verzoek bij de gemeenteraad over integriteitsonderzoeken naar beoogd-wethouders. Deze documenten werden in eerste instantie categoraal geweigerd. Dat betekent dat een document zonder inhoudelijke beoordeling wordt achter gehouden. Pikant detail is dat burgemeester en wethouders dit deden in naam van de gemeenteraad. 

De integrale weigering was absurd omdat de nevenfuncties van wethouders sowieso al (deels) op de website stonden. Na de bezwaarprocedure zijn de documenten wel geopenbaard (en zijn onderaan dit artikel in te zien). 

Als raadsleden niet precies weten wat de norm is, kunnen burgers ook niet van hen verwachten dat zij het college aanspreken op hun nevenfunctiebeleid. En juist op dat dossier manifesteren burgemeester en wethouders zich weer als gordijnensluiters. 

Een wob-verzoek naar nevenfuncties van ambtenaren werd begin 2017 resoluut afgewezen. Er waren weliswaar 733 documenten beschikbaar, maar die zou niet geopenbaard worden. Dit ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van ambtenaren, beredeneerde de gemeente.

Tijdens de bezwaarprocedure die volgde, schreef landsadvocaat Pels Rijcken een 12 pagina’s tellend advies voor de gemeente. Desondanks bleef b&w ontkennen dat er een relatie was tussen het (verplicht) melden van nevenfuncties en werken voor de gemeente.

De rechtbank moest er aan te pas komen. Zij stelde de gemeente in het ongelijk en dwongen hen een overzichtelijk nevenfunctieregister te maken. Uit de brieven die de rechtbank naar de gemeente schreef, bleek dat er daarvoor nooit serieus beleid is gevoerd op nevenfuncties. Het ontbreken van een eenduidig overzicht bewijst dat.

Het leveren van iPads via het eigen bedrijf van een ambtenaar.  En een bouwinspecteur die in zijn vrije tijd een bouwadviesbedrijf runde. Het gebeurde allemaal ondanks dat de gemeentemedewerkers hun nevenactiviteiten keurig hadden gemeld bij hun leidinggevenden.

 


*Onlangs besloot het college van b&w de integriteitsonderzoeken van wethouders alsnog (grotendeels) te openbaren. Hierin doen zij opgave van hun nevenfuncties. De rapportage van de onderzoeken zijn hieronder te downloaden.