Collegiaal bestuur. Het houdt in dat burgemeester en wethouders (b&w) verantwoordelijk zijn voor elkaars portefeuille. Dus als één collegelid verwikkeld raakt in een rechtszaak, sleept hij de andere collegeleden ook mee. Na de raadscommissievergadering van afgelopen donderdag doet de vraag zich voor welke wethouders burgemeester Wienen vanuit hun hart steunen, in zijn kruistocht tegen openbaarheid.
Het Haarlemse college van b&w is in hoger beroep gegaan tegen de rechterlijke uitspraak van 21 juni jongstleden. De Rechtbank Noord-Holland oordeelde dat b&w documenten niet van a-tot-z geheim mag verklaren. Per onderdeel moet b&w (laten) bekijken of iets geopenbaard kan worden. Het ging om documenten waarin misstanden worden gemeld.
Vooral Burgemeester Wienen (CDA) heeft zich verzet tegen de rechterlijke uitspraak. Dat blijkt niet alleen uit zijn optreden in de gemeenteraad. Ook aan de keukentafel zei hij eens dat het principieel fout is, als integriteitsdossiers worden geopenbaard.
Rechters vinden dat overheden genoeg mogelijkheden hebben om de privacy van betrokkenen te beschermen. Artikel 10.2.e in de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) maakt het mogelijk om persoonsgegevens weg te lakken. Toch vindt Wienen dit niet genoeg. Hij beweert dat zelfs geanonimiseerd documenten, nadelig kunnen zijn voor de integriteit van de gemeente.
Wienen stelt dat de meldingsbereidheid afneemt als er een kans is dat documenten ‘op straat komen te liggen’. Hierbij gaat hij voorbij aan het feit dat misstanden ook in het jaarverslag worden genoemd. Daarnaast was het college van b&w eerder ook bereid om informatie te verstrekken aan het NRC Handelsblad. De krant wilde weten welke integriteitsonderzoeken de gemeente had laten uitvoeren en welke maatregelen waren genomen.
Wethouder Merijn Snoek (CDA) bleek een volwaardig vervanger voor Wienen toen hij donderdagavond in de raadscommissievergadering het collegestandpunt verdedigde. Dossiers over integriteitsmeldingen moeten integraal geheim blijven, vindt hij. De juridische adviseur die Snoek bijstond, is het daar mee eens. Hoewel het rapport ook voor haar geheim is, nam ze voorzichtig een voorschot op de uitspraak-in-hoger-beroep die nog moet komen. Verwijzend naar Europees recht twijfelt ze of Haarlemse integriteitsdossiers ooit openbaar zullen worden.
Raadslid Maarten Rijssenbeek (D66) sloeg de spijker op de kop met zijn opmerking over het ‘moeten of mogen opleggen van geheimhouding’. Het zou kunnen dat de Raad van State het college volgend jaar gelijk geeft, maar moet het college zich dan ook aan de uitspraak houden?
Het antwoord is: Nee. Raadslid Bas Sepers (PvdA) is bekend met bestuursrecht en stelde vast dat de politieke partijen wat anders willen dan burgemeester en wethouders. In dat geval kan de gemeenteraad zelf besluiten documenten te openbaren met weglating van namen.
Dat de gemeenteraad zich nu kritisch bemoeit met het geheimhoudingsbeleid, hebben burgemeester en wethouders aan zich zelf te danken. Eerder deed het college voorkomen alsof zij wel openbaar wil zijn, maar dat de wet het verhindert. Het zijn doorgaans drogredenen. B&w heeft genoeg mogelijkheden om op een verantwoorde manier openbaar te zijn.
Simpel is het voorbeeld over precario. Precario is een belasting die je betaalt als je een terras hebt op de Grote Markt. Je gebruikt dan gemeentegrond en daar betaal je een vergoeding voor: precario.
Op de website van de gemeente staat precies hoeveel precario-belasting je moet betalen per vierkante meter terras. Daar is niks geheims aan. Iedereen kan zien wie openbare ruimte gebruikt. Met een meetlint zou je zo zelfs kunnen uitrekenen wat een terrashouder per jaar aan de gemeente moet betalen.
Maar wanneer je de gemeente vraagt om precario-documenten, verschuilen ze zich achter artikel 67.1 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr). Die zegt dat je geen belastinginformatie mag openbaren. Dus dat doet de gemeente Haarlem dan ook niet.
Een gemeente die openbaarheid van bestuur wél serieus neemt, maakt gebruik van artikel 67.3 Awr. Dit artikel zorgt ervoor dat je niet geheimzinnig hoeft te doen, als het niet nodig is. Wetten die geheimhouding regelen hebben ook mogelijkheden om daar vanaf te wijken. Dat moet je alleen wel willen.
Met haar hoger beroep wordt duidelijk dat b&w een eigen koers vaart. Ze wil niet transparant zijn. Er zijn 5 rechtszaken geweest waarbij verschillende rechters heb gezegd: in Nederland is alles openbaar tenzij … Om een of andere reden wil het Haarlemse college van b&w zich daar niet bij neerleggen. De grote vraag: waarom niet?
In juni stelde b&w nog voor om een kadastrale kaart geheim te verklaren. Zo’n overzicht is echter zonder beperking op te vragen bij het Kadaster. In een wob-zaak kwam het voor dat de gemeente de algemene voorwaarden van een leverancier niet wilde openbaren. Er moest een rechter aan te pas komen om vast te stellen dat algemene voorwaarden per definitie openbaar horen te zijn.
De voorbeelden tonen het gemak waarmee burgemeester en wethouders documenten achter houden. Openbaarheid zit hen niet in de genen en dat is verbazingwekkend als je het afzet tegen de politieke verhoudingen binnen het college.
Het Haarlemse college bestaat uit 6 politici; twee CDA’ers, twee GroenLinks’ers, een D66’er en een PvdA’er. Landelijk zijn GroenLinks en D66 initiatiefnemers geweest voor een ruimere Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Linda Voortman (GroenLinks) en Steven van Weyenberg (D66) loodste de Wet open overheid (Woo) -met steun van de PvdA- door de Tweede Kamer.
Op basis van de Haagse stemmingsuitslag zou het college een voorstander moeten zijn van verregaande openbaarheid. Toch gingen alle wethouders collegiaal in hoger beroep tegen de uitspraak van drie rechters. Nu gaat het hoogste bestuurlijke rechtsorgaan, Raad van State, zich over de zaak buigen.
Landelijk heeft het CDA tegen de nieuwe Woo gestemd. Dat zou om principiële redenen zijn geweest. CDA omarmt openbaarheid van bestuur, maar niet via een nieuwe wet. CDA wil meer openheid bereiken door een cultuuromslag binnen ambtelijke organisaties. Daarom stemde zij tegen.
In Haarlem keerde de gemeenteraad zich donderdagavond tegen het collegevoorstel om een integriteitsrapport (over asfaltering van de Dreef) volledig geheim te verklaren. Vrijwel alle fracties willen meer openbaarheid dan burgemeester en wethouders. Alleen het CDA wilde de lijn van het college volgen en stelde voor de uitspraak in hoger beroep af te wachten.
Een meerderheid van de raad gaat 17 oktober de geheimhouding op het PwC-opdrachtformulier (grotendeels) opheffen. Hoewel het hier gaat om een normale opdrachtbevestiging -waar toevallig een mogelijk misstand in wordt genoemd- heeft het college altijd beweerd dat het een integriteitsdocument is.
Volgens dezelfde redenering gaf b&w ooit 67 facturen vrij en hield er een paar achter. De achtergehouden facturen hadden een relatie met het PwC-rapport en behoorden daarom opeens niet meer tot het publieke geheim. Het waren onbereikbare geheime integriteitsdocumenten geworden.
Interessant zijn de opmerkingen van TrotsHaarlem en Hart voor Haarlem die ook hebben gevraagd naar een ander rapport. Voorafgaand aan het PwC-onderzoek blijkt de gemeente Haarlem ook een eigen onderzoek te hebben gedaan. Hieraan wordt zelfs gerefereerd in het opdrachtformulier van PwC.
Dit onderzoek is in tegenstelling tot het PwC-rapport nooit geheim verklaard. Toch weigert b&w dit onderzoek vrij te geven via de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Deze Wob-procedure overschrijdt alle antwoordtermijnen en duurt inmiddels meer dan 15 maanden. Raadsleden wachten ook al meer dan een jaar op inzage.
Wethouder Snoek koos zijn woorden met zorg toen hij zei: “Ik ga navraag doen of dat vooronderzoek aangeboden kan worden en op welke wijze dat aangeboden kan worden.”